Malletfinger

Bij een malletfinger is er sprake van onvermogen tot het strekken van de top van de vinger. Oorzaak hiervan is het afscheuren van de strekpees boven in de vinger (tendinogene mallet) of het afbreken van een stukje bot van de vingertop (ossale mallet).

Oorzaak

Een malletvinger ontstaat wanneer de vingertop met kracht gebogen wordt. De pees die vastzit aan het bovenste vingerkootje, scheurt dan af. Soms breekt ook het stukje bot af waar de pees aan vastzit. Veelal gebeurt dit tijdens het sporten of tijdens huishoudelijke activiteiten als het opmaken van een bed.

Diagnose

De vinger kan pijn doen en de vingertop kan gaan zwellen. Meest opvallende zal de afhangende stand van de vingertop zijn. Om te beoordelen of en hoe groot het afgebroken stukje bot is zal een röntgenfoto gemaakt worden.

Het is noodzakelijk dat een malletfinger behandeld wordt, anders zal de vingertop krom blijven staan. Daarnaast is er een kans dat het middelste gewricht van de vinger in overstrekking gaat staan en er een ‘zwanenhals-stand’ ontstaat.

Behandeling

De behandeling bestaat uit het dragen van een spalkje om het topje van de vinger, zodat deze recht blijft staan. De pees of het bot kan hierdoor weer op de juiste lengte aan elkaar groeien. Deze spalk wordt voor tenminste 8 weken continu gedragen. Begeleiding van de handtherapeut in deze fase en tijdens het afbouwen van de spalk wordt geadviseerd. Na behandeling met een spalk en een periode van voorzichtig oefenen, kunt u uw vinger weer normaal gebruiken.

Alleen wanneer er een groot stuk bot van het vingerkootje is afgebroken is een operatie nodig.